Ga niet om met de volken die nog bij jullie zijn overgebleven. Bid niet tot hun goden en zweer niet bij hun goden. Ga hun goden niet dienen en niet aanbidden.
Vermeng u niet met de heidenen die nog in het land wonen, noem zelfs de namen van hun goden niet. En wacht u er helemaal voor bij hen te zweren of hen te vereren.